Sprookjes beginnen altijd met..
Er was eens..een prinses,
zocht de lekkerste bosbes,
dolend in het grote bos,
kwam ze tegen een vos..
Vol met vreemde streken,
haar gezicht snel verbleken,
hij wilde haar verslinden,
plots hevige wervelwinden.
Een zwaard werd geheven,
zij stond roerloos te beven,
het ging ineens zo snel,
vos op de vlucht, wonderwel.
Door een dichte stofhaard,
zag ze nog het witte paard,
steigerend weggalopperen,
zou hij ooit wederkeren..?
Wie was haar koele ridder,
in stilte haar aanbidder,
liefde eiste z'n zware tol,
groot verlangen passievol.
Vele eenzame jaren later..
daar aan het stille water,
zong zij haar mooiste lied,
over haar immense verdriet.
Een glans in het meer,
het was haar beschermheer,
wederzien, vreugdelijk blij,
samen nog nooit zo dichtbij.
Hij nam haar gewillig mee,
door grote velden bloemenzee,
als koning van het land,
vroeg hij om haar hand.
Ze ging er niet tegenin,
werd een trotse koningin,
met hun gemaal heel nukkig,
leefden ze nog lang en gelukkig.
(Sprookjes zijn een spiegel van het leven..)